Elswoutshoek: VVD ziet mogelijkheid omruilen woning en stal
Met onderstaande tekst
verwoordde onze fractievoorzitter Martijn Bolkestein het standpunt van VVD
Bloemendaal over bebouwing op Elswoutshoek, zoals voorgesteld door het college.
Ik wil graag beginnen met onze visie op nieuwbouw op
landgoederen. Vervolgens wil ik de nota’s langslopen waarin het gemeentelijk
beleid hierover is vastgelegd. Tot slot wil ik aangeven welke overwegingen van
het college wij kunnen steunen, maar ook wat onze zorgen daarbij zijn.
1.
De VVD is tegen nieuwbouw op historische
landgoederen. Wij willen het cultureel erfgoed en het groene karakter van onze
gemeente behouden voor de huidige en voor toekomstige generaties. Elswoutshoek is
goed zichtbaar vanaf de openbare weg. Het ligt buiten de bebouwde kom, aan de
binnenduinrand. Een mooie en waardevolle plaats. Wij willen hier geen
nieuwbouw.
De VVD is tegen verdere bebouwing
van onze gemeente in het algemeen. Zeker op een bijzondere plaats als deze
willen wij daarvan niet afwijken. Dat zouden wij ook niet eerlijk vinden jegens
onze andere inwoners die zich wel aan het bestemmingsplan moeten houden. Het
bestemmingsplan geldt voor iedereen.
2.
Voor de volledigheid wil ik graag de diverse
nota’s langslopen die op dit voorstel van toepassing zijn. Deze nota’s zijn
destijds door onze raad vastgesteld en verwoorden ons algemene beleid. Dit
voorstel voldoet hier wat ons betreft niet aan. Dat mag ook geen verbazing
wekken. Als nieuwbouw op Elswoutshoek wel aan het algemene beleid voldeed, had
de discussie hierover nooit zoveel jaren en meerdere raadsperiodes in beslag
genomen.
Het meest in het oog springt de
Nota Landgoederen van december vorig jaar. De VVD was blij met deze nota. Zij
bood onze raad de mogelijkheid te discussiëren over algemeen beleid, zonder de
discussie persoonlijk te maken. In de nota heeft onze raad bepaald dat op landgoederen
“nieuwbouw een utilitaire functie (geen
woonfunctie) dient te hebben” (paragraaf 4.1) en dat “herbestemmen dient te zijn met een utilitaire functie, niet een
woonbestemming” (paragraaf 4.3).
De primaire nota waaraan onze
gemeente bouwaanvragen toetst die niet binnen het bestemmingsplan vallen, is de
Nota Ruimtelijke Beoordeling. Deze stelt als eerste beleidsregel dat de
gemeente alleen meewerkt aan een “gewenste
ruimtelijke ontwikkeling zoals vastgesteld in de Structuurvisie Bloemendaal”.
De Structuurvisie bepaalt in hoofdstuk VIII dat “wordt ingezet op het in tact houden van de huidige grote groene
landgoederen en percelen, zonder mogelijkheid tot versnippering of splitsing.
Ook het toevoegen van nieuwe bebouwing op landgoederen en in villawijken leidt
tot een verdere versnippering. Dit blijft daarom ongewenst.”
De Nota Landgoederen biedt extra
ruimte aan schuren en stallen, maar die mag, zoals dit voorstel wel doet, niet worden
opgeteld bij de Bijgebouwenregeling. Die bepaalt daarover immers: “Alle bestaande, vergunde bebouwing, met
uitzondering van het hoofdgebouw, valt in principe onder de noemer ‘bijgebouw’
” en meer specifiek “dierenverblijven
en kassen [..] tellen dus mee als bijgebouw.”
Wij concluderen dat het voorstel
niet voldoet aan de Nota Landgoederen, aan de Nota Ruimtelijke Beoordeling, aan
de Structuurvisie of aan de Bijgebouwenregeling.
3.
Toch is er bij het voorstel een overweging die
wij wel kunnen steunen. Dat betreft de leefbaarheid van de huidige
dienstwoning, die pal aan de weg staat. De Elswoutslaan is een doorgaande weg
tussen Overveen en Aerdenhout. Het is niet ideaal daar zo dicht aan de weg te
wonen. Verderop aan de Elswoutslaan liggen andere woningen ook pal aan de weg.
Die staan echter niet, zoals bij Elswoutshoek, in een bocht. We kunnen er dus
begrip voor opbrengen dat de eigenaars graag verder van de weg af wonen. Bij
deze positieve overweging maken we wel een aantal kanttekeningen.
·
Leefbaarheid is mogelijk een argument om de
huidige schuur om te vormen tot woonhuis (en vice versa), maar niet om het
totale woonoppervlakte of het bouwvolume te vergroten. Na verbouwing is de
huidige schuur met gelijkblijvende contouren geschikt als gemiddeld grote
woning. Hij moet dan uiteindelijk niet toch groter uitvallen door bijvoorbeeld een
andere vorm van het dak, door afwijkingen in de bouw of verbouw, door alsnog
een beroep op vergunningsvrij bouwen of door bijgebouwen, nu of op termijn.
·
Er mag geen sprake zijn van opsplitsing van het
landgoed of een ontwikkeling die daartoe kan leiden. De huidige dienstwoning is
visueel verbonden met het hoofdhuis en hieraan ook functioneel ondergeschikt. Dat
moet zo blijven. Dat betekent ook dat schuren en stallen worden gedeeld. De
landschappelijke waarden zien wij graag beschermd, zodanig dat de gemeente de
eigenaar hierop kan aanspreken.
·
Er wordt voorgesteld dat de huidige dienstwoning
gaat worden gebruikt als schuur. Het totaal toegestane oppervlak aan schuren is
in de Nota Landgoederen onlangs verruimd, maar ook met deze verruiming betekent
dat dat er dan verder op het landgoed vrijwel geen schuren of andere
bijgebouwen kunnen (blijven) staan. In de Nota Landgoederen is ook de totale stalruimte
verruimd. Wij vinden echter de voorgestelde stal te hoog en bovendien te dicht
aan de weg.
Resumerend zien wij zeker positieve elementen in het
voorstel. Met name het argument om de leefbaarheid te vergroten, volgen wij. Het
voorstel leidt echter ook tot een vergroting van het bouwvolume en van het bruto
woonoppervlak. Daarvoor missen wij elke onderbouwing. Wij zien argumenten voor
een functieruil tussen woning en schuur, maar daarbij ook een aantal
belangrijke bezwaren. In zijn huidige vorm wijzen wij het voorstel af.
Martijn Bolkestein
fractievoorzitter VVD Bloemendaal