Geachte voorzitter, geachte collega-raadsleden,
Zoals u allen hebt kunnen vernemen heb ik besloten mijn raadslidmaatschap neer te leggen. Graag doe ik dat met ingang van de komende raadsvergadering (in juni dus), en gebruik ik de komende weken om de lopende zaken goed over te dragen.
Ik vind het van belang om mijn besluit hier toe te lichten.
Allereerst, wil ik graag opgemerkt hebben dat ik me realiseer dat veel mensen mij hebben gesteund en vertrouwen in mij hebben gesteld om raadslid te worden. Toch hoop ik dat ook zij zullen respecteren dat ik het werk als raadslid niet anders dan met volledige inzet en beschikbaarheid wil doen. En dat ik mijn verantwoordelijkheid wil nemen, nu dat voor mij niet mogelijk blijkt.
De afgelopen tijd heb ik gemerkt te worstelen met de vele verplichtingen die het raadslidmaatschap met zich meebrengt. De worsteling heeft te maken met tijd. Tijd die ik, vanwege mijn werk, steeds moeilijker weet vrij te maken. Ogenschijnlijk en op voorhand leek het raadswerk in Bloemendaal, naast de stukken en gesprekken met mensen en organisaties, te bestaan uit 10 maanden per jaar één raadsvergadering, één voorbereidende commissievergadering en voor beide een voorbereidend fractieoverleg.
In werkelijkheid werd ik geconfronteerd met weken waarin ik drie avonden per week van huis was voor vergaderingen waarbij ik geen invloed had op wanneer ze plaatsvonden, hoe lang ze duurden, en ook maar beperkt waarover ze gingen.
Ik heb het gevoel dat ik niet op korte termijn grip kan krijgen op wat ik maar ‘hoge vergaderdichtheid’ heb genoemd. Hoewel dit als signaal zou mogen worden opgevat, vind ik het niet aan mij (alleen) om een oordeel uit te spreken over of dit zo zou moeten zijn. Onze burgemeester organiseert momenteel werkateliers. Deze bieden een goede gelegenheid om te evalueren of wij effectief met elkaar, met elkaars energie en met elkaars tijd omgaan.
Voor nu heb ik echter moeten concluderen dat ik me niet voor de volle 100% kan inzetten voor zowel het raadslidmaatschap als mijn dagelijkse werk.
In het dagelijks leven ben ik directielid van een stichting in Den Haag die ruim 4000 scholen in Nederland helpt het onderwijs verder te verbeteren. Deze stichting is ooit door 3 ministeries opgezet als een tijdelijke organisatie en zou aan het eind van dit jaar in haar huidige vorm ophouden te bestaan. De stichting lijkt nu echter een goede kans te krijgen om haar werk nog een aantal jaren voort te zetten. Als leidinggevende van deze organisatie ben ík aan zet om tot deze nieuwe werkafspraken te komen. Dat betekent dus dat ik mij hiervoor dit jaar volledig moet inzetten.
Ik voel mij voor een keuze gesteld. Een keuze waarbij ik heb besloten mijn werk voor te laten gaan.
Ik heb het afgelopen jaar op verschillende momenten en in verschillende hoedanigheden prettig samengewerkt. De commissie Samenleving ken ik niet anders dan als deskundig, constructief en enthousiast. Dankzij mijn lidmaatschap van de raad ben ik bovendien in contact gekomen met instellingen zoals Welzijn Bloemendaal en Paswerk, die belangrijk werk doen voor mensen. Dit is werk waaraan de raad in mijn ogen relatief weinig tijd besteedt, maar welke een wezenlijke bijdrage leveren aan het leven van Bloemendalers. Ik hoop ook in de toekomst, als ik geen raadslid meer ben, betrokken te blijven bij deze organisaties.
Tot slot bedank ik graag mijn fractiegenoten voor hun support en begrip voor het besluit om terug te treden. Ik voel mij daardoor gesterkt. En bovendien: ik weet dat op mijn plaats een enthousiaste opvolger komt in de persoon van Rolf Harder.
Ik dank u wel.