Algemene beschouwing van de VVD

“De ene partij is beducht voor een overheid die in de weg loopt. De andere partij vreest een overheid die mensen in de steek laat. Samen kiezen we voor een overheid die mensen niet in de eerste plaats als consument ziet, maar als burgers die de ene keer zelfstandig, de andere keer samen de toekomst van Bloemendaal vormgeven. Een betrouwbare overheid die kansen biedt en grenzen stelt; die optimaal beschermt en minimaal belemmert.”

Deze alinea staat in het nieuwe regeerakkoord en is één van de leidraden van het nieuwe regeerakkoord. Alleen staat er dan niet ‘Bloemendaal’ maar natuurlijk ‘Nederland’. Wij kunnen ons vinden in deze gedachtegang. De zelfverzorgende burger staat centraal, maar er zijn punten waarin de Gemeente vormgeeft en ook bescherming biedt. Kerntaken van de gemeenten zijn beperkt tot taken die nuttig, noodzakelijk en effectief zijn, ook in het ‘beschermen’. Al in 2010 heeft de gemeente Bloemendaal, vroegtijdig, begrepen dat de broekriem aangetrokken moest worden en dat zij zich op haar kerntaken moest gaan richten. Ze heeft een besparing oplopend tot 3,0 miljoen per jaar in 2014 voor haar kiezen gekregen en op zich genomen. Daarbij is, naast inflatie-indexering, éénmalig de OZB verhoogd met € 200.000 in 2011, de rest is opgebracht door te snijden in de kosten van de organisatie, de inkoop, en 10% op de subsidies. Wij complimenteren het college met het gevoerde sobere financiële beleid en kunnen dan ook instemmen met de begroting voor 2013.

Een aantal nieuwe zaken komt op ons af. De overheveling van Rijkstaken zal op regionaal niveau moeten worden gerealiseerd en de plannen om daarbij strak te gaan samenwerken met de omliggende gemeenten lijken ons meer dan ooit noodzakelijk. Maar ook de bestaande samenwerking met Zandvoort en Heemstede lijkt  opnieuw te moeten worden gedefinieerd met als extra doel een efficiency-opgave. Niet alleen een kwaliteitsimpuls maar ook een concrete besparing moet voortkomen uit samenwerking. Dit zien wij graag gerealiseerd op het vlak van de Belastingdienst, de Sociale Dienst en de toekomstige samenwerkingen die gepland staan. Graag horen we, opnieuw, of het college hierover harde afspraken wil maken met de partners.

Ik heb nog even nagedacht over de 100.000+ inwonersgrens zoals het nieuwe regeerakkoord die graag ziet. Mijn bezoek aan een stad van 6 miljoen in Zuid-Korea in juni jongstleden gaf mij de inspiratie om 20 torens te bouwen van 23 verdiepingen waarmee we precies 80.000 inwoners kunnen huisvesten. Dat blijk je relatief compact te kunnen doen, heb ik geconstateerd. De gemeente heeft dan in 1 klap haar 100.000 inwoners gekregen! Probleem opgelost!

En daarmee raken we de kern van wat ons aan het hart gaat. Het behoud van ons waardevolle groen. Elke structuurverandering waarin Bloemendaal deel zal worden van een grotere gemeente die niet dezelfde uitgangspunten heeft, gaat leiden tot bouwen in ons groen. Niet direct torenhoge flats natuurlijk, maar stuk voor stuk zal groen worden ingeruild. Landgoederen die nu aansluiten op de dorpskernen worden deel van de dorpskernen en grondbezitters gaan gouden tijden beleven. Wij zetten in op samenwerking, kwaliteit en efficiency. We weten per slot van rekening al lang dat groter meestal niet beter is en zeker niet goedkoper. Het regeerakkoord stelt dit ook expliciet als mogelijkheid voor: efficiency behalen door samenwerking. Daaraan zullen de kleinere gemeenten in Zuid-Kennemerland hard moeten gaan werken, ingegeven door de huidige financiële druk.

Intussen heeft de gemeente een aantal projecten onder handen die volle aandacht vragen van het bestuur. De huisvesting van de gemeente zal efficiënter moeten worden en de besparing van € 300.000 per jaar die daarbij mogelijk is, zal gerealiseerd moeten worden. Ook als VVD hikken we tegen investeringen van grote bedragen aan en zijn de afgelopen jaren op zoek geweest naar de goedkoopste oplossing met toch de gewenste functionaliteit: een zo sober mogelijke uitvoering en zo weinig mogelijk risico. Het blijkt ook verdraaid lastig te zijn om de begrippen investeringen en kosten uit elkaar te houden in de discussies en dat blijft de boventoon voeren in de reacties van de raad en de bewoners. Wel willen we hier benadrukken dat juist de reactie en feedback van de burgers ertoe heeft geleid dat het plan nog uitgekiender is geworden. Wij juichen het toe dat er in de komende 2 maanden een gezamenlijk gedragen beslissing komt op het dossier van de huisvesting. Na 4 jaar debatteren, alternatieven, plannen en nieuwe vragen en antwoorden vinden wij het tijd om definitief tot een  keuze te komen. 

De waarde van de grondposities die in bezit zijn van de gemeente (Marine-hospitaal, Haringbuys en het Landje van Riessen) wordt er in het huidige economisch klimaat niet beter op. De in de ‘goede’ tijden  gekochte gronden zijn weliswaar op de balans gekomen zonder de boekwaarde op te hogen (andere gemeenten hadden de ‘gedachte meerwaarde’ al verzilverd en hebben nu ernstige financiële problemen), maar als college en raad hebben we wel allerlei wensen vastgelegd wat er met de grond moet gaan gebeuren, zoals de aard en omvang van de bebouwing, de regels voor de bebouwing, etcetera. Daarbij is het financiële aspect maar één van de afwegingen geweest. Ook heeft de gemeente al een jaar geleden geld afgeboekt, te weten 2,2 miljoen euro, als reserve voor een eventuele gerealiseerde waardedaling. Of dit bedrag genoeg is, zal de werkelijkheid uitwijzen, maar dat we ons zullen moeten schikken naar de marktontwikkeling lijkt heel duidelijk. Praktisch zullen we ons ook moeten schikken naar het feit dat we wellicht minder voorwaarden zullen kunnen stellen bij de ontwikkeling. Dit is niet gewenst, niet afgesproken, maar misschien wel de realiteit.

De VVD-fractie heeft zich het afgelopen jaar regelmatig constructief kritisch opgesteld ten aanzien van  de plannen en uitwerkingen van het college. Vanuit de controlerende opgave hoort dit ook bij de functie van de raadsleden. “Het kritisch zijn om de kritiek” lijkt echter wel eens de boventoon te krijgen in de raadsdiscussies. Een wijsheid die ik al vroeg in mijn werk heb opgedaan en die ook hier zeer van toepassing is, is dat “Mensen die werken fouten maken. Mensen die weinig werken, maken weinig fouten. Geen fouten maken mensen die niet werken”. Niet slap bedoeld, wel reëel.

Als de VVD terugkijkt op wat er in het afgelopen jaar allemaal is gepresteerd

van het bijsturen van de financiën en de financiële controle, van het uitgebreid in overleg nemen van groen en verkeersplannen, van het faseren en starten van het rioleringsplan, van de discussie over de subsidiestructuur, tot het vernieuwen van alle bestemmingsplannen

dan komen we tot de conclusie dat de gemeentelijke organisatie  haar werk goed heeft gedaan en kunnen we, met alle kritische punten in onze verre gedachten, zeer tevreden zijn met het functioneren en de behaalde resultaten. Zijn we klaar? Nee, de verdere  samenwerking met de omliggende gemeenten, de  uitwerking van de bouwprojecten, en de besparingen die opnieuw op ons af komen in het nieuwe regeerakkoord zullen weer het nodige vragen in 2013.

 

Peter Boeijink

Fractievoorzitter VVD Bloemendaal